Dit is de Wet van de Jongvlaming in de K.S.A.
1. Hij leeft met Christus één, verbonden in genade.
2. Hij wil Maria eren, als Koningin en Moeder.
3. Hij is een kind van de Kerk, aan Paus en Bisschop trouw.
4. Hij zal apostel zijn, door voorbeeld, woord en daad.
5. Hij dient zijn volk en land, in liefde en sterke trouw.
6. Hij is op school en thuis, in blijheid man van plicht.
7. Hij ziet een broer in iedere kameraad.
8. Hij blijft de waarheid en 't gegeven woord gestand.
9. Hij buigt zijn wil in tucht voor God en elk gezag.
10. Hij leeft voornam en sober in Vlaamse ridderstijl.
Heer Jezus, Verlosser en Koning,
Gij die ons hebt geroepen in Uw dienst,
maak ons tot ware apostelen van Uw leer en Uw liefde.
Geef ons engelachtige reinheid en eucharistische vroomheid.
Heilig deze dag en laat niet toe dat iemand onder ons door zonde van u verwijderd wordt.
Sterk ons in de belijdenis van ons geloof bij Uw volk,
bescherm de Kerk en de groeiende Katholieke Actie.
Heer Jezus, door Maria, onze Moeder,
heilig ons studentenwerk,
zegen de K.S.A. Jong-Vlaanderen.
Sint-Jan Berchmans, fiere strijder voor het Rijk Christi,
wees ons vorbeeld en onze beschermer.
Amen.
Kerels der Noordzee, wikingsbloed,
Schaart u vereend rond de vlag.
't Gaat om uw Kerstene Vlaamse diet,
reed u ten koene slag.
Harop, 't is strijd,
Gij nieuwe jeugd!
Ten kamp voor God!
Ten kamp voor God!
Warm is ons liefde, stoer 't geloof,
Kind'ren der Kerke getrouw.
Wee die haar heiligste rechten krenkt,
Wee die haar raken zou.
Harop, 't is strijd,
Gij nieuwe jeugd!
Ten kamp voor God!
Ten kamp voor God!
Pal spijt het loeiend stormgeweld,
Ridderen vrank ende vroed.
't Oog op de vane, de hand aan 't Kruis,
Wijken nog vaam noch voet.
Harop, 't is strijd,
Gij nieuwe jeugd!
Ten kamp voor God!
Ten kamp voor God!
Kersten of sterven, op ten strijd,
Broeders slaat hand in de hand.
Eens staat in 't hart van 't herrezen diet,
't Winnende Kruis geplant.
Harop, 't is strijd,
Gij nieuwe jeugd!
Ten kamp voor God!
Ten kamp voor God!
Als je een clubje van toffe jongens ziet,
van je heidel diedel doedel diedel da.
En je hoort van ver reeds een vrolijk lied,
van je heidel diedel doedel diedel da.
Holahi, holaho, dat is de K.S.A.!(Sint-Jan!)
Knappe koppen, held're kelen,
mannen die geen droefheid velen,
van je heidel diedel doedel diedel da.
Zijn er lang en dik, klein en dunnen bij,
van je heidel diedel doedel diedel da.
Eén van hart en ziel, altijd even blij,
van je heidel diedel doedel diedel da.
Holahi, holaho, dat is de K.S.A.!(Sint-Jan!)
Knappe koppen, held're kelen,
mannen die geen droefheid velen,
van je heidel diedel doedel diedel da.
Is er één bedroefd, 't doet ons allen wee,
van je heidel diedel doedel diedel da.
In de vreugd van één delen allen mee,
van je heidel diedel doedel diedel da.
Holahi, holaho, dat is de K.S.A.!(Sint-Jan!)
Knappe koppen, held're kelen,
mannen die geen droefheid velen,
van je heidel diedel doedel diedel da.
O Heer, d'avond is neergekomen,
De zonne zonk, het duister klom.
De winden doorruisen de bomen,
en verre sterren staan alom.
Wij knielen neer om U te zingen,
in 't slapend woud ons avondlied.
Wij danken U voor wat w'ontvingen,
Wij vragen, Heer, verlaat ons niet.
Knielen, knielen, knielen wij neder.
Door de stilte weerklinkt onze bêe.
Luist'rend fluist'ren kruinen mee,
en sterren staren teder.
Geef ons, Heer, zegen en rust en vrêe.
Hier staan tot afscheid weer de broers
in 't rond bijeen geschaard.
En deze vrome dagen
blijven diep in 't hart bewaard.
Ik zeg u geen vaarwel, mijn broer,
dra zien w'elkander weer.
Zodra de lente komt in 't land
zien wij elkander weer.
Dat elk nu neemt zijn broeders hand
en houde vastgesnoerd.
Zo gaan wij zonder wijken
langs de baan waar God ons voert.
Ik zeg u geen vaarwel, mijn broer,
dra zien w'elkander weer.
Zodra de lente komt in 't land
zien wij elkander weer.
Veel zal'ge uren sleten wij
als broeders hier te gaar.
Dat God dit gastvrij huis en zijn
bewoners wel bewaar.
Ik zeg u geen vaarwel, mijn broer,
dra zien w'elkander weer.
Zodra de lente komt in 't land
zien wij elkander weer.
Nu het lied der Vlaamse zonen.
Nu een dreunend kerelslied.
Dat in wilde Noordertonen
Uit het diepst ons herten schiet.
Ei, het lied der Vlaamse zonen,
met zijn wilde Noordertonen.
Met het oude Vlaams houzee, houzee!
Vliegt de Blauwvoet, Storm op zee!
Op ons vane vliegt de Blauwvoet,
die voorspelt het zeegedruis.
En de Leeuw er met zijn klauwe hoedt
't Lieve dierbaar Christi Kruis.
Ei, het lied der Vlaamse zonen,
met zijn wilde Noordertonen.
Met het oude Vlaams houzee, houzee!
Vliegt de Blauwvoet, Storm op zee!
Weg de bastaards, weg de lauwaards,
ons behoort het Noordzeestrand.
Ons de Kerels, ons de Klauwaarts,
Leve God en Vlaanderland!
Ei, het lied der Vlaamse zonen,
met zijn wilde Noordertonen.
Met het oude Vlaams houzee, houzee!
Vliegt de Blauwvoet, Storm op zee!